Bij het einde van een generatie

Laat een reactie achter

Vorige week is mijn tante Toos overleden.
Althans, ‘mijn’  tante… onze tante. Ze was de 8e uit een rij van 11 kinderen: een groot warm katholiek Brabants gezin, die allemaal gemiddeld zo’n 5 kinderen kregen, dus er zijn een stuk of 45-50 neven en nichten van mijn vaders kant alleen al.
De meesten daarvan heb ik voor het laatst gezien toen ze nog baby waren, want ik ben op drie na de oudste van de kleinkinderen en woon al vanaf mijn 18e niet meer in Brabant.
Dus ik herkende er bij de begrafenis maar een handjevol van, heel bijzonder.

Ze was ook mijn vaders lievelingszuster, en toen we jong waren paste ze op ons als onze ouders ergens heen gingen.
Daar ze zelf tot haar verdriet kinderloos bleef, kwam een groot deel van de neven en nichten bij haar logeren en tot op hoge leeftijd -ze is 86 geworden- bleven die graag bij haar komen.
Ze was ook een beetje een gek mens, in de goede zin van het woord, een gangmaker op feestjes, altijd druk, altijd keurig verzorgd, altijd hartelijk en als het even kon aan het zingen en voordragen, zelfs op haar 85e verjaardag liep ze vooraan in de polonaise.
Ze hield wel van een grapje, was het middelpunt op feestjes, daar zorgde ze wel voor, je zag haar niet over het hoofd.

Mijn vader was een wat stille man: die had met al die zusters geen kans om ertussen te komen natuurlijk, en ik herinner me van mijn jeugdjaren dat we met ontzag naar ‘de tantes’ keken als ze op een feestje kwamen: wat konden die praten!

Ze heette eigenlijk To, maar wilde liever Toos genoemd worden en dat deden we dan ook.

Voor haar 50jarige bruiloft in 2003 hebben een aantal nichtjes bij elkaar een enorm feest verzorgd, dat zestal werd door haar het Gouden Clubke genoemd, een naam die ze al die jaren hebben gehouden. Het  Gouden Clubke heeft ook een centrale rol op haar begrafenis gespeeld.

Ze is begraven vanuit de St Jan Geboorte Kerk in Vlijmen: een mooie kerk is dat, met de gepaste Latijnse zangen zoals ze dat graag had.
Toch wel een aantal mooie rituelen: aansteken van de zes kaarsen om de baar -door het Gouden Clubke-,  het ophangen van het Gedachtenisteken onder de 14e statie. Bidprentjes.

      
Het kerkhof daar is vrij klein, dus de kist blijft voor de poort staan en na wat laatste woorden vroeg de uitvaartleidster de genodigden om weg te gaan, zodat de familie als laatste overbleef. Ze kon natuurlijk ook niet weten dat het bijna alleen maar familie was 😉 .
Het Gouden Clubke heeft haar uiteindelijk het laatste stukje begeleid, zoals ze dat ook bij haar leven hebben gedaan.

Naar goede Brabantse gewoonte was er een koffietafel na,  we hebben het glas op haar geheven, en vervolgens heeft een van de neven onder grote hilariteit en met grote gebaren een van de pronkstukken uit het repertoire van Tante Toos opgevoerd : Het lijk bij de sluis.
Wat zou ze ervan genoten hebben: hij heeft bepaald het talent van tante geërfd.

Al haar broers en zusters zijn inmiddels overleden: ze was de laatste van de 11. Maar ze was ook een bindende factor in de familie en daarom kwam ook een groot deel van de neven en nichten op de begrafenis, of bij het afscheid maandag in het mortuarium.

We realiseerden ons ook dat dit eigenlijk een goede volgorde is: we hebben allemaal onze ouders begraven en op die begrafenis was die betreffende overleden broer of zus de spil en altijd was Tante Toos erbij, en nu is zijzelf als laatste aan de beurt, en dat is meteen ook het einde van deze generatie.
We zullen als familie niet meer in deze samenstelling bij elkaar komen…

Dag Tante Toos

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s