Al jaren ben ik ben ik bezig om de gedrukte tijdschriften te vervangen door de elektronische versie. Voor mezelf had ik de beleidslijn vastgesteld dat ik wegdeed wat we ook digitaal hadden: wij ‘zijn’ weliswaar een wetenschappelijke bibliotheek maar hebben geen bewaarfunctie. In de loop van de jaren is de fysieke collectie steeds geslonken, en de digitale meer dan zoveel gegroeid, alleen: dat zie je niet.
Het merkwaardige gevolg daarvan is dat wat ik nu nog fysiek aanwezig heb, de aanblik van de bibliotheek bepaalt. En wat ik nog heb staan is vaak ‘oude rommel’:
- hele oude tijdschriften die nog niet gedigitaliseerd zijn
- tamelijk incourante tijdschriften die helemaal niet gedigitaliseerd worden
We binden ook al jaren niet meer, dus staan ze in mappen: het ziet er dus eigenlijk ook niet uit.
Wat we wel veel aanschaffen zijn boeken: ik werk in de interdisciplinaire hoek maar voornamelijk gamma-gericht, en daar is de e-book trend zeker niet aanwezig. Die boeken collectie heeft dus steeds meer ruimte nodig.
Laatst suggereerde een manager me dat de aanblik van die ‘oude troep’ nogal negatief was voor de bibliotheek… en eigenlijk heeft hij daar wel gelijk in. Dat straalt bepaald geen dynamisch, flitsend en modern beeld uit, daaraan zie je eigenlijk niet af hoe je je als bibliotheek wilt profileren!
Frustrerend is wel dat het meeste wat ik doe digitaal is, maar dat kun je dus niet zien, als je niet naar de bibliotheekpagina’s op het intranet wilt kijken ….
Tsja, als die ‘oude troep’ inderdaad ons imago nog meer naar beneden haalt, dan moet ik misschien toch maar alle oude tijdschriften wegdoen, voor de tijd me inhaalt: handen uit de mouwen en hopen dat het IBL opvangt waar we zelf geen toegang meer toe hebben.
Naast IBL is er natuurlijk ook Google Scholar die je helpt met het vinden van de FTXT 🙂
Yeah ook dat.
En alles staat toch immers op het internet 😉