Het laatste half jaar heb ik me op een aantal ‘sociale netwerken’ ingeschreven, heb een paar vriendjes gemaakt, wat acties gedaan die je er geacht wordt te doen, en eens gekeken wat er ging gebeuren.

Opvallend is dat bijna iedereen de echte naam opgeeft, maar anders zou het ook niet goed werken natuurlijk. Wat ook opvalt is wat men van zichzelf prijsgeeft: privacy is (sorry Wowter) helemaal geen issue meer. Een schat aan informatie is hier voor de bedrijven te vinden 😉 .

• Hyves, het populaire Nederlandse vrienden netwerk (vanaf 2005). Ruim 4,5 miljoen leden ingeschreven, meestal Nederlands. Dat zou betekenen dat bijna een derde van de Nederlanders ‘erop’ zit: ik schat dat er nogal wat zijn die dubbel zijn ingeschreven, met verschillende doelen. Je kunt er deel nemen aan groepen (Hyves), elkaar attenderen op boeken, restaurants, YouTube filmpjes e.d. En je wordt geattendeerd op verjaardagen binnen je netwerk. Er hoort voor ieder een blog bij, die je al dan niet kunt gebruiken, en je kunt ook je blog van elders hier laten presenteren. Leuk is de WieWatWaar optie: meteen als je je inlogt zie je wat iedereen uit je vriendenkring aan het doen is. Je hebt absoluut ook de neiging om dat in te vullen. Je kunt op elkaars pagina een berichtje achterlaten (Krabbels): die zijn openbaar, maar als je leest wat sommige mensen erop zetten heeft niet iedereen dat in de gaten… De site is soms erg traag. De meeste van mijn ‘vrienden’ behoren tot de familie en vriendenkring, met daarnaast een paar collega’s. De groei van mijn netwerk is hier langzaam, en de site nodigt uit tot oeverloos ‘rondrommelen’.
• Facebook, de internationale versie van Hyves, ietsje ouder (2004), veel groter (49 miljoen actieve leden) en net wat serieuzer van uiterlijk. Sommige organisaties gebruiken het als ‘ smoelenboek’: je kunt hier ook groepen vormen. Ook hier ‘What i did today’, kun je foto’s en applicaties toevoegen en bij elkaar berichtjes achterlaten: ‘Writing on the wall’. Er zijn wel Nederlanders lid, maar niet zo heel erg veel, en ik heb ook maar een paar (meest buitenlandse) collega’s kunnen vinden: waardoor ik prompt ook uit Amerika een felicitatie kreeg voor mijn verjaardag trouwens ;-). Geen blog, wel mogelijkheid om Twitter in te voeren en dan wreekt het zich als je met een pseudoniem werkt (haha). Grappig is dat je kunt zien wat je vrienden aan applicaties hebben toegevoegd en wat ze hebben gemuteerd, en bovendien kun je elkaar cadeautjes geven. Het eerste cadeautje is gratis, de overige kosten $1 per stuk. Volgens mij gewoon clipjes, en als zuinige Nederlander heb ik dat niet uitgeprobeerd, maar ik zie daar wel een enorme inkomstenbron voor de organisatie 😉 .
• LinkedIn, weer een hele grote (15 miljoen), sterk zakelijk ingesteld en zonder frivoliteiten: sinds een paar weken kun je er je pasfoto invoeren, maar dat is ook alles. Opleiding, werk, eventueel speciale kennis en aanbevelingen. Je zou het kunnen zien als elektronische variant van het visitekaartje: dat op deze manier ook automatisch ge-updatet wordt. Op mijn werk is het erg populair, en mijn netwerk daar groeit als kool. Ik kijk er verder nooit naar tot ik weer een vraag om toevoeging aan iemands netwerk krijg (kicken dat). Het lijkt me heel goed dat je je als informatie specialist ook in deze kring begeeft: word je weer ietsje serieuzer genomen in de organisatie 🙂 .
• Bibliotheek20.ning een community van informatie-specialisten / bibliothecarissen met speciale aandacht voor bibliotheek 2.0. Bestaat pas een paar maanden en groeit als kool (meer dan 450 leden). De Engelse variant is library20.ning met bijna 2500 leden. Binnen deze community kun je foto’s delen, is er een forum, heeft iedereen een blog en kun je weer deelgroepen vormen. Aanvankelijk ben ik wel vrienden gaan verzamelen, maar daar ben ik mee gestopt: als je al binnen zo’n groep met gezamenlijke interesses zit heeft dat nauwelijks zin. Handig is de RSS feed op de verschillende individuele biblioblogs: zo lees je ook info van bloggers waar je niet afzonderlijk op bent geabonneerd. Daarnaast zijn er feeds op de blogs en het forum. Een heel zinvolle site, waar je inhoudelijke informatie uit kunt halen.
• Twitter bestaat vanaf augustus 2006. Je kunt het zien als mini-blog, of afzonderlijk Wat-ben-je-aan-t-doen service: met 140 karakters beschrijf je iets en dat stuur je dan via het web of via je telefoon naar een website. Je kunt anderen volgen (Following) en op jouw beurt gevolgd worden (Followers). Op een webpagina worden de resultaten getoond: alleen die van jou of die van jou met degene die je volgt. Voor je weblog kun je de laatste resultaten tonen: in een mooi boxje als je JavaScript mag opnemen (wat WordPress helaas niet toestaat) of als RSS zoals hiernaast. Behalve de sociale ‘ wat ben je aan t doen’ info kun je het ook gebruiken om zaken op je weblog te zetten waar je niet echt een heel log aan wilt besteden. Echt zakelijk kan het ook ingezet worden: NS vertragingen en Teletext zijn daar voorbeelden van en op de site van ‘alle’ (er zouden er nu ca 4000 zijn) nederlandse twitteraars staan veel meer). Ik heb naar analogie van het Twitteren van Patrick bij de ILI geprobeerd een verslag te maken van een promotie via de telefoon, maar dat is ondoenlijk … Als je aan Twitteren begint is het wel verslavend trouwens, maar volgens mij gaat het vast spaak lopen als de schaal groter wordt 🙂 .
• Flickr is de bekende site waar je je foto’s kunt uploaden. Hun getallen zijn giga: per minuut bijna 4000 nieuwe foto’s … Tot 200 foto’s is het gratis, wil je er meer dan kost je dat een kleine $25 per jaar. Ook hier kun je groepen maken en vrienden verzamelen en elkaar berichtjes sturen. Het vervelende van deze site is wel dat je vrienden een Yahoo account moeten nemen willen ze bij je privé foto’s komen. Is wel gratis, maar toch is dat wel een belemmering.
• Slideshare : hier kun je gratis je powerpoints neerzetten. En ook hier kun je community’s maken en favorieten verzamelen
• Schoolbank, is gestart in 2002 en heeft inmiddels 3 miljoen leden. Doel is oude klasgenoten elkaar te laten terugvinden. Je kunt je gratis opgeven en klassenfoto’s uploaden en bekijken. Aanvankelijk was dit een gratis site, maar ze konden het niet goed meer betalen, en sinds kort moet je een ‘plus’ abonnement nemen. Betalen dus om de andere leden te kunnen bereiken. Ik doe dat niet, en daarmee is het nut van deze site voor een groot deel onderuit gehaald. Ze zouden het toch ook heel wel kunnen bekostigen uit advertenties lijkt me ;-( Of cadeautjes laten versturen bijvoorbeeld :-).