Een paar jaar geleden heb ik het gemak van ‘ luisterboeken’ ontdekt. Mijn woon-werk afstand is 50 km dus ik zit nogal wat in de auto op de snelweg. Jaren geleden was het aanbod mager, en mocht je ze niet lenen als je niet visueel gehandicapt was. Maar tegenwoordig is die beperking er niet meer en is de keuze enorm: zie deze of deze.
De aanschaf van zo’n boek trekt me niet aan, maar het lenen ervan is reuze handig. En toen vorig jaar ons OBA filiaal een gebruikersenquete hield, heb ik van de gelegenheid gebruik gemaakt om aan te geven dat het aardig zou zijn om hun collectie luisterboeken uit te breiden. En of het daar nu aan ligt ;-), of dat het gewoon een trend is: het aanbod is enorm vergroot. Vorige week vertelde een van de medewerkers dat ze elke week een ‘kist’ in te werken kregen!
Daar maak ik natuurlijk graag gebruik van:
- thrillers in moderne talen om je taalvaardigheid op te poetsen (en voor de lol)
- moderne schrijvers om eens te horen of het wat is (Phileine zegt sorry)
- klassieke werken om even na te gaan waar ze ook al weer over gingen (Woutertje Pieterse),
- of daar eindelijk eens aan toe te komen (Jan Rap en zijn maat)
- etc
De grap met voorlezen is wel dat het heel anders over kan komen dan zelf lezen. Soms lezen auteurs hun eigen boek, en de een kan dat beter dan de ander, een enkeling is zelfs irritant of heeft een te nadrukkelijk accent: met name bij andere talen is dat soms lastig. Er worden ook vaak acteurs voor gebruikt: die hebben vanuit hun werk een goede dictie, en sommige combinaties zijn gewoon heel goed passend: Ivo de Wijs en Multatuli bijvoorbeeld.
Korte verhalen zijn wel geschikt als je niet veel tijd / zin hebt om lang te lezen, maar zijn voor onderweg onhandig: je moet ze althans niet allemaal achter elkaar afdraaien. Hoe leuk een column van Midas Dekkers ook is, een uur lang zijn verhalen is echt teveel. Kees van Kooten is leuk om echt te lezen, maar hij klinkt iets te bekakt als voorlezer: dat zal het Haagse accent wel zijn 😉 . Hoewel .. het klinkt anders als-ie een verhaal uit zijn jeugd voorleest (Naar Delft toe gaan) dat weer wel.
Afgezien daarvan krijg je typische associaties: zo denk ik op de weg bij Breukelen ineens aan een watertoren met een lijk erin (Donna Tart).
Nu zit ik als ik thuis kom voor de deur soms nog even in de auto om een stukje ‘af te horen’ 😉 .